Als we kijken naar de van oorsprong natuurlijke behoefte van hond of kat dan weten we dat ze tot de Carnivoren behoren en komen we er niet onderuit dat dit type dier een maaltijd eet die uit prooidieren bestaat. Dit betekent dus dat het lichaam ingesteld is op het verteren van vleesvoeding, dat wil niet zeggen dat sommige honden best granen kunnen verteren maar dit geldt zeker niet voor alle honden en het betekent ook niet dat ze het er goed op blijven doen als dit hun enige dagelijkse kost is.

Bij de kat zijn granen zeker niet gewenst want die kunnen deze niet verteren, ze kunnen er zelfs behoorlijke gezondheidsklachten van krijgen zoals overgewicht, diabetes, enz…

Voor honden en zeker voor katten is een voerplan wat bestaat uit verse (vlees) ingrediënten essentieel.

Een gedachte zou kunnen zijn dat als er gewoon een portie gehakt of een biefstukje aan de hond of kat gegeven wordt, men goed bezig is maar zo simpel is het niet. Er moet wel degelijk rekening houden worden met juiste verhoudingen van macronutriënten zoals proteïne (eiwitten) ,vetten en de micronutriënten (vitamine, mineralen en spoorelementen)

Bij een vleesvoeding die bestaat uit “losse” componenten ( de BARF methode) is het zaak om te berekenen of de maaltijd klopt qua verhoudingen en de hond of kat geen tekorten of juist overschotten in voedingstoffen krijgt.

Om het voor eigenaren een stuk makkelijker te maken is er tegenwoordig een behoorlijke keuze in KVV’s (kant en klaar vers vlees) samengesteld door de fabrikant met een toegevoegde premix van vitamine en mineralen of KVV’s die compleet zijn ontwikkeld op basis van spiervlees, orgaanvlees en bot, de vitamines en mineralen komen dan uit deze dierlijke componenten. Het nadeel van KVV’s is dat je nooit helemaal kunt achterhalen of deze samenstellingen werkelijk goed in balans zijn.

Er is ook volop keuze in blik en gegaarde vleesvoedingen, ook hierbij geldt dat het altijd belangrijk is om te beoordelen of het een enkelvoudige of een complete voeding is. Enkelvoudig wil zeggen dat deze bedoeld is als bijvoeding of dat er in een combinatie met andere nutriënten zelf een complete maaltijd samen kan worden gesteld.

Brokken zijn er in allerlei soorten, maten en kleuren en is voor een eigenaar eigenlijk de makkelijkste voeding. Men koopt een zak, gooit het over in een voerton (of laat het in de zak) en het enige wat er dan nog gedaan hoeft te worden is een paar keer per dag een schep in de voerbak van de hond of kat te doen. Bedenk echter wel altijd dat een brokvoeding ook heel veel ingrediënten kunnen bevatten die niet helemaal gezond zijn en het dier er wel degelijk allerlei klachten van kan krijgen.

Bij de wet is bepaald dat een fabrikant brokken uren lang moet verhitten op hoge temperaturen (minimaal 90 tot 200 graden). Door het verhittingsproces gaan daarbij waardevolle voedingstoffen verloren. Het is wel zo dat fabrikanten voorafgaand aan het bereidingsproces een behoorlijke extra dosis vitamines en mineralen toevoegen om dit verlies te compenseren.